De Tuin van Herinnering tijdens de corona
Begin november vond de feestelijke opening van de Tuin van Herinnering in het Maasstad Ziekenhuis plaats. Daarbij uitte Desirée van der Hijden haar droom over de toekomst van de tuin. Haar hoop was dat de tuin zou gaan bloeien, letterlijk en figuurlijk.
De bloei begint er langzaam maar zeker in te komen. De bomen staan in bloesem en de eerste plantjes laten hun kleur zien. Allemaal heel schuchter natuurlijk, het duurt nog wel een jaar voor dat we de Tuin in al haar glorie mogen bewonderen. In het mooie weer van de afgelopen tijd zagen we geregeld collega’s in de tuin: in de pauze, heerlijk op een bank genietend van het zonnetje en hun lunch. Helaas zijn heel veel collega’s op dit moment niet in staat om tussendoor even naar buiten te gaan: die staan op de cohort afdelingen, waar patiënten met COVID-19 worden verpleegd.
Wie had in november kunnen denken dat de Tuin van Herinnering dit voorjaar een nieuwe spirituele dimensie zou krijgen? Iedere dag om 12.00u steken leden van de Dienst Geestelijke verzorging een kaars aan voor alle COVID-19 slachtoffers in en buiten het ziekenhuis. Met een korte tekst of een gedicht wordt er, in alle ziekenhuishectiek, letterlijk even stil gestaan en een woord van hoop gesproken. Medewerkers van ondersteunende afdelingen sluiten daar soms bij aan. We doen dit heel bewust namens het ziekenhuis. Collega’s weten dit en we merken uit de reacties dat het wordt gewaardeerd.
Tussendoor worden er kaarsen aangestoken en namen op stenen geschreven. Soms krijgen we een mail met het verzoek een extra kaars aan te steken en daarbij een naam te noemen. Mensen hebben de mogelijkheid om hun gedachten of wensen op te schrijven in het Gedachtenisboek, ; “een kaarsje voor de genezing van mijn opa”; “voor alle medewerkers, dat ze gezond mogen blijven”. Meestal blijft het anoniem.
We hadden het niet gedacht, toen we de Tuin van Herinnering openden, dat deze buiten onze jaarlijkse Dag van Gedenken al zo snel extra betekenis zou krijgen.
Het motiveert ons om door te gaan met het werven van fondsen voor het laatste stuk van de Tuin dat nog onaf is: het glaskunstwerk dat de Levensbron verbeeldt waaruit de rivier van het leven zijn weg zoekt door de Tuin naar buiten. Het zou juist nu zo mooi zijn geweest om na het plaatsen van een kaars door te lopen naar de Bron als een teken van hoop en vernieuwing.